Door grote belangstelling voor het kind, door observatie, door het persoonlijk contact bij het aanbieden van het materiaal, door stimulering van zelfwerkzaamheid, door attent te zijn op bijzonderheden die extra aandacht vragen, probeert de montessorileidster zo veel mogelijk onderwijs op maat te geven.
Ook d.m.v. proefwerkjes, door een uitgekiend verslagsysteem over de bezigheden en vorderingen van het kind, door gesprekken over het werk met het kind zelf en – van tijd tot tijd – in de verslagbesprekingen met de ouders. Kosmisch onderwijs (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie) bijvoorbeeld wordt met een groep behandeld. Het is de bedoeling dat door zo’n groepsles de kinderen gemotiveerd worden om zelfstandig het besprokene te gaan verwerken.
Dat gebeurt door er werkjes, verslagen e.d. over te maken. De leid(st)er kan daar o.a. aan zien of de stof begrepen is.
Er wordt niet uitgegaan van de zogenaamde gemiddelde leerling. Er is dus geen tijdverspilling door een gemiddeld tempo. Ieders eigen aard en aanleg wordt gerespecteerd. Het kind krijgt de kans om op zijn manier en in zijn tempo voort te gaan.