De visie van Maria Montessori (WMBO)
Tussen het moment waarop Maria montessori haar ideeën over opvoeding en onderwijs aan kinderen in de leeftijd tot 12 jaar beschreef in een aantal boeken en het verschijnen van de nota: Montessoriopvoeding en montessorionderwijs in de 21e eeuw, ligt een periode van bijna een eeuw. In al die tussenliggende jaren is er veel nagedacht en geschreven over het montessorionderwijs in Nederland.

foto: Montessori Academy of Evansville, Indiana (U.S.A.) Het kind werkt met het honderbord
Aan het begin van de 21e eeuw vragen veel leraren in montessorischolen voor het basisonderwijs zich af hoe het verder moet met het montessori rekenwiskundeonderwijs.
Met name is er discussie met inspectie, vertegenwoordigers van het realistisch reken-wiskundeonderwijs en voortgezet onderwijs over de vraag of het werken met montessorimaterialen voldoende is om het niveau van rekenvaardigheid en wiskundig inzicht te bereiken, dat door de kerndoelen, de toetsen en het voortgezet onderwijs gevraagd wordt.
Maria Montessori wilde dat kinderen op eigen verbeeldingskracht en met gebruik van hun eigen intellect de samenhang die in het materiaal of in een situatie verborgen is, ontdekken, verkennen en onderzoeken en dat de kinderen op hun eigen manier het verband met de werkelijkheid leggen.
Op die manier kunnen kinderen volgens Montessori hun mathematische geest ontwikkelen. Het is voor ons de vraag of de huidige praktijk in veel montessorischolen daar recht aan doet. Gebleken is dat een groot aantal montessorischolen inmiddels gekozen hebben voor een reken-wiskundemethode. Met die keus dreigen belangrijke uitgangspunten te verdwijnen van de montessoripedagogiek zoals vrije werkkeuze, werkduur, werktempo en werkcyclus en de specifieke montessoriaanse gerichtheid op ontwikkeling van de mathematische geest en de daarvoor noodzakelijke montessoriaanse leerhouding van kinderen.
De Werkgroep Wiskunde Montessori Basis Onderwijs (WMBO) werkt een vernieuwende visie, didactiek en methodiek uit voor het montessori basisonderwijs. Hierin vormt het lusmodel de basis voor de ‘didactische bijsluiters’ voor leraren en de werkkaarten voor de kinderen.
De werkgroep evalueert jaarlijks haar werk en legt dit vast in een kort jaarverslag, waarin tevens de doelen voor het volgende jaar worden opgeschreven.
Starten als school
Voor scholen die willen starten met de vernieuwde wiskunde zijn er verschillende mogelijkheden voor de professionalisering van de leraren: intern, extern of een combinatie van beide.
Intern: Implementatie met behulp van interne coaches/interne begeleiders. De Montessori Academie verzorgt een training voor interne begeleiders.
Extern: Bij een aantal begeleidingsdiensten zijn medewerkers speciaal toegerust voor het begeleiden van de implementatie van wiskunde montessori basisonderwijs.
Combinatie: Desgewenst kunnen scholen eveneens kiezen voor een combinatie van interne en externe begeleiding.
Kosten en contact
De kosten voor invoering van wiskunde montessori basisonderwijs bestaan uit
materiaalkosten en begeleidingskosten.
Het materiaal is te verkrijgen bij uitgeverij De Arend. De kosten van de externe begeleiding worden in overleg met de betreffende begeleidingsdienst bepaald.
Meer informatie via kenniscentrum@montessori.nl
Methodiek (WMBO)
Wiskunde Montessori basisonderwijs: een stap verder met de leraar
De aanpak binnen de vernieuwing van het rekenonderwijs op Montessori basisscholen is vooral gericht op de professionalisering van de leraar. In de vernieuwde visie staan wiskundige essenties centraal. Ook automatiseren en memoriseren krijgen meer aandacht dan voorheen. De kinderen worden gestimuleerd zich de wiskundige essenties eigen te maken, zich erin te verdiepen en vanuit de essenties hun rekenvaardigheden te ontwikkelen.
Begeleiding en training van de leraar richt zich op rekeninhoudelijke en didactische aandachtspunten:
– vergroten van de vakkennis op het gebied van de rekenkunde, het kennen en kunnen omgaan met wiskundige essenties;
– adequaat signaleren welke wiskundige essenties en/of rekenvaardigheden door het kind worden ingezet;
– begeleiden vanuit wat het kind al weet en gepaste interventies kunnen toepassen;
– gericht observeren naar aanleiding van de signalering;
– evalueren en vragen stellen;
– diagnosticeren van mogelijke rekenproblematiek bij een kind; zorgpunten kennen;
– registreren van positief gedrag en rekenvaardigheden van kinderen.
Om het inzicht op bovenstaande punten te vergroten zijn ‘didactische bijsluiters’ geschreven die passen bij werkkaarten voor kinderen en bij materialen, zowel Montessori materiaal als ander materiaal.
Op dit moment is ‘Vermenigvuldigen hele getallen’ op deze wijze uitgewerkt. Er zijn hiertoe ook verschillende brochures geschreven met informatie over de visie op ‘Wiskunde Montessori basisonderwijs’, over de methodiek, over de didactiek en mathetiek en over de inhoud van vermenigvuldigen met hele getallen.
Het digitale Montessori Kindvolgsysteem, dat al op vele scholen in gebruik is, vindt aansluiting bij de didactische bijsluiters.
Materiaal WMBO
Achtergrond
Joost Klep (SLO) en Els Westra hebben de uitgangspunten van de vernieuwde reken- en wiskundedidactiek beschreven in de volgende katernen.
1. Visie
2. Didactiek
3. Methodiek
Bij het hele proces gaat het om het handelen van de leerkracht. Daarom zijn de didactische bijsluiters belangrijker dan de kindkaarten. Bij de beschrijving van de didactiek vormt het lusmodel de basis.
De onderdelen delen en vermenigvuldigen zijn nu klaar en verkrijgbaar voor scholen in combinatie met begeleiding.
Het project is gestart in 2005. Na een intensieve voorbereidingsperiode konden in 2009 de eerste vruchten worden geplukt: het onderdeel vermenigvuldigen was afgerond.
In 2010 werd gewerkt aan het onderdeel delen dat vanaf 1 maart 2011 leverbaar werd.
In 2011 werkt een versterkte auteursgroep aan de onderdelen optellen en aftrekken.
De planning is het leverbaar te hebben voor aanvang schooljaar 2011-2012.
Het materiaal (zie foto boven) bestaat uit een map met achtergrondinformatie en per onderdeel een map voor de leraar en een houten bak met werkkaarten voor het kind.
Een map met drie afzonderlijk gebonden katernen:
1. Visie
2. Didactiek
3. Methodiek
Een map vermenigvuldigen met:
katern vermenigvuldigen hele getallen
– didactische bijsluiters bij de werkkaarten voor het kind (111 pagina’s)
Een houten bak met 51 werkkaarten voor het kind, gerubriceerd in de groepen:
– eigenschappen
– modellen
– automatiseren
– memoriseren
– rekenmanieren
– integratie
Een map delen met:
– katern delen hele getallen
– didactische bijsluiters bij de werkkaarten voor het kind (68 pagina’s)
Een houten bak met 30 werkkaarten voor het kind, gerubriceerd in de groepen:
– eigenschappen
– automatiseren
– memoriseren
– rekenmanieren
– integratie
Aan de onderdelen optellen en aftrekken wordt momenteel gewerkt; de verwachting is met ingang van schooljaar 2011-2012 te kunnen leveren.
Wilt u meer informatie over dit materiaal en/of de mogelijkheden van begeleiding?
Neemt u dan contact op met:
Els Westra via pgrekenen@montessori.nl of
Jos Werkhoven via Uitgeverij@DeArend.nl
Het bestelformulier kunt u hier downloaden. Twee voorbeelden van het materiaal kunt u hier downloaden: Voorbeeld werkkaart kind – voorbeeld didactische bijsluiter.