
Tekst: Petey Peeters
Het idee van een Montessoricafé sluimerde al langer. En dankt zijn ontstaansrecht aan twee factoren. Eén Als antwoord op de vraag waarom ouders kiezen voor montessorikindcentrum De Plotter, krijgt het team vaak “om de fijne sfeer” te horen. En: “Het gevoel dat je kind hier op de goede plek is. In goede handen is, gezien wordt, zich ontwikkelt, gedijt én groeit.”
Twee. Maar de achtergrond hiervan, het gedachtegoed waar die sfeer op stoelt, is misschien minder bekend bij ouders. “Wát is Montessori? Wat betekent dit in de praktijk? Juist dát vraagt om extra tekst en uitleg.” Dus gingen juf Mieke en Rozemarijn hier gezellig over in gesprek met ouders. Op vrijdag 26 september 2025 tijdens één van de drie Montessoricafés van deze periode.
Zin in
Als aftrap lichtten de leerkrachten de achtergrond van Montessori toe. ‘Als arts observeerde Maria Montessori kinderen. Deed onderzoek en toonde aan dat kinderen van nature de kracht en behoefte hebben om te leren. En interesse hebben in de wereld om zich heen. Dit staat dan ook centraal in Montessori’s onderwijsvisie. Al is hier wél wat voor nodig. Dit heet in onderwijstermen de “voorbereide werkomgeving”’. Mieke en Rozemarijn leggen uit dat op een montessorikindcentrum die omgeving aansluit bij de ontwikkelfase waarin het kind zich bevindt. En kinderen uitdaagt om lekker bezig te zijn. ‘Met mooi, natuurlijk materiaal om vast te pakken en uit te proberen. Materiaal, ook, waar ze zelf bij kunnen en zelf kunnen pakken. Uit de lage, open kasten, bijvoorbeeld, die je overal in het kindcentrum terugvindt.’
Op je handen zitten
Wat ook in die voorbereide omgeving hoort, is de rol van de begeleider. Die is er vooral om te observeren. Mieke: ‘Je doet letterlijk een stapje terug. Je bent zo min mogelijk “aanwezig”. Met materiaal, speciaal door Montessori ontwikkeld, ervaren, ontdekken kinderen zélf wat werkt. Of nog even niet lukt.’ Rozemarijn: ‘Op zo’n moment springen we niet in met “Ik doe dit wel even voor je”. Maar helpen het kind liever op weg met weinig taal, vanuit een bescheiden, coachende rol: “Zullen we kijken of dit ook anders kan?”’
Van en met elkaar
Ook montessori: in de groepen zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar. ‘Zo leren ze van en met elkaar. Als oudste ervaar je wat het is om de ander te helpen. Als jongste ontdek je wat het betekent als de ander jou op weg helpt. Je leert dat je vragen kan stellen.’
Hagelslag
Wát van montessori, welke input van het kindcentrum, kan ook thuis ingezet worden? Zodat de school en opvangsituatie een vervolg krijgt thuis. En omgekeerd? Marieke en Rozemarijn maken dit duidelijk met stellingen.
Stelling: Een taak thuis zorgt ervoor dat je kind groeit in verantwoordelijkheid. ‘Klopt,‘ geeft een ouder aan. ‘Ons kind heeft er plezier in om de was op te hangen en te helpen met taken in en rondom huis. Al verbaast het ons dan weer dat als ‘ie ’s morgens zijn broodje smeert, losgaat met de hagelslag.’ ‘Ook hier,’ geven leerkrachten Mieke en Rozemarijn aan, ‘speelt de omgeving een belangrijke rol. Soms is het zaak die te begrenzen. In dit geval: bied een schaaltje met hagelslag aan in plaats van een heel pak. Zo komt je kind er stapje-voor-stapje wel.’
Stelling: Uitgestelde aandacht leert mijn kind rekening te houden met de ander. Ouder: ‘Dit herken ik. Al merk ik dat dit voor onze dochter niet vanzelfsprekend is. Die kan redelijk dwingend zijn.’ Rozemarijn: ‘Dit zien we natuurlijk ook in de groep. Wat helpt, is als je even contact maakt. Met een blik, of door even je hand op de schouder te leggen. En zo laat merken dat je er bént, dat het kind gezien is. En dat het andere even kan wachten.’
Delen=fijn
Al met al geven ouders aan dat het Montessoricafé een mooie gelegenheid biedt om “opvoedingsvragen” te bespreken. ‘Misschien een groot woord,’ zegt een moeder. ‘Maar je staat er als ouder best alleen voor. En doet ook maar wat. Toch? Ik vind het delen van ideeën en suggesties heel helpend. Zeker voor herhaling vatbaar, het Montessoricafé.’