Primair onderwijs (0-12 jaar)
Montessori-opvang en -onderwijs zijn ingericht vanuit Maria Montessori’s gedachte ‘Help mij het zelf te doen’. In de periode van 0-12 jaar maakt een kind grote groei door. Wil van nature groeien, leren en ontdekken en bezit een natuurlijke interesse voor de omgeving. Om die (verder) te ontdekken, zijn prikkels nodig. Hier ligt een belangrijke taak voor leerkrachten, begeleiders en ouders. Door het kind te observeren, stimuleren en ondersteunen, groeit het kind in autonomie. Dát: ‘Zelf doen!’ roept een kind niet voor niets. Vanaf het prille begin hebben kinderen een grote drang naar zelfstandigheid. Montessori-opvang en -onderwijs stimuleert die. Stelt die groei in en naar zelfstandigheid zelfs centraal..
De voorbereide omgeving
De montessoriaanse voorbereide omgeving is de ruimte, binnen en buiten, waarin het kind geprikkeld en uitgedaagd wordt om lekker bezig te zijn, te leren en zich te ontwikkelen. Met ‘de voorbereide omgeving’ wordt kort gezegd alles bedoeld wat het kind ziet en ervaart. De ruimte, kasten, materialen, kleuren… Met een centrale rol weggelegd voor jou als begeleider. Want jij bent de professional die kinderen de primaire basis biedt en hen uitdaagt om te ontdekken, groeien en onderzoeken. Wie ze zijn, wat ze kunnen en van welke betekenis ze kunnen zijn..
Periodes van groei
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Al ontdekte Montessori dat kinderen op een vergelijkbaar moment, in een bepaalde periode van groei, gevoelig zijn voor het opdoen van bepaalde indrukken. Om die reden zitten kinderen van verschillende leerjaren bij elkaar. In de kinderopvang van 0-4 jaar. In het primair onderwijs van 4-6 jaar (onderbouw); 6-9 jaar (middenbouw) en 9-12 jaar (bovenbouw). De ervaring leert dat variatie in groepssamenstelling het samenwerken triggert. Ook leren kinderen van en met elkaar. En ervaren dat iedereen verschillend ís en mag zijn. Want je werkt op je eigen tempo en op je eigen manier. Wat centraal staat, is leerplezier.
Begeleiding
Als observator, medewerker en begeleider speel je tijdens alle activiteiten in op wat kinderen al spelend, onderzoekend en lerend meemaken en ervaren. Die montessoriaanse begeleider is in staat om ieder kind ruimte, persoonlijke aandacht en feedback te geven. En dat is nogal wat.
Je bent dan ook niet zomaar een montessoribegeleider. Want al ben je de montessoriprincipes meester, de praktijk kan veeleisend zijn. En vraagt om een stevige basis. Een basis die de NMV je biedt. Je staat er dus niet alleen voor. Hoe mooi is dát.
Begeleiding bij kunnen en willen
In de groep observeren medewerkers de kinderen tijdens alle activiteiten. Ze kunnen daardoor goed inspelen op wat er gebeurt en een kind persoonlijke aandacht, feedback of ruimte geven.
Blijvend ontwikkelen
Door de manier van werken leren de kinderen een nieuwsgierige onderzoekende houding te ontwikkelen. Deze houding zorgt ervoor dat zij ook na hun schoolperiode uitgedaagd worden om te blijven leren en ontwikkelen.
De ontwikkelingsfasen van het kind
Volgens de visie van Maria Montessori ontwikkelt ieder kind zich in een aantal fasen, waarin verschillende aspecten uit zijn omgeving centraal staan.
De schepper (0-3 jaar)
Een jong kind neemt uit zijn omgeving (onbewust) informatie op. Hij ontwikkelt zich via zijn ‘absorberende geest’. Het is dan ook belangrijk dat een kind veel indrukken en ervaringen kan opdoen. De omgeving moet dan ook voldoende prikkelen. Het is dan ook de taak van ouders en opvang om genoeg indrukken en ervaringen te bieden.
De werker (3-6 jaar)
Een kind doet bewust indrukken op. Hij wil zelf handelen en heeft aandacht voor het verloop van een handeling, die hij herhaalt om vanuit een innerlijke behoefte te oefenen. Het is hierbij belangrijk om een goed voorbereide omgeving aan te bieden waarin het kind zijn behoefte tot ontwikkeling mag volgen.
De verkenner (6-9 jaar)
Een kind wil samen met anderen activiteiten doen. De belangstelling voor normen, waarden en regels groeit. Zijn behoeften veranderen; hij wil graag bij anderen horen en samen dingen ondernemen.
De wetenschapper (9-12 jaar)
Een kind gaat verbanden zien en bouwt zo een beeld over de wereld op. Hij denkt na over de plaats van een mens in die wereld en wil inzicht krijgen in de cultuur waarin het leeft. Het is de basis voor maatschappelijke bewustzijn.
Montessorikwaliteit
We zijn trots op de vele en diverse montessori-instellingen in Nederland! De NMV bewaakt hiervan de kwaliteit; de instellingen tonen zélf aan waarom zij een montessori-instelling zijn en hoe zij zich ontwikkelen.
Of ga direct naar de door de NMV opgestelde kwaliteitskaders voor het primair onderwijs
Meer over de principes van Montessori onderwijs weten?
Maria Montessori gaat uit van de gedachte dat je een kind vrij moet laten zodat hij de wereld om hem heen kan begrijpen. In montessorionderwijs en -opvang staat daarom de behoefte van het kind staat centraal. Benieuwd hoe we dat doen?
Veelgestelde vragen
- Wat is het grootste verschil tussen klassikaal en montessorionderwijs?
-
Klassikaal onderwijs kiest voor kennisoverdracht aan een hele groep. Het montessorionderwijs gaat uit van het individuele kind en ziet opvoeding en onderwijs als één geheel. Op een montessori-instelling wordt niet gewerkt met een leerstofjaarklassensysteem, waarbij kinderen op hetzelfde niveau starten en op hetzelfde niveau eindigen. Montessori-instellingen kijken naar de kinderen en hun behoeftes en talenten binnen het onderwijs.
- Wordt er ook klassikaal lesgegeven?
-
Het zelfstandig werken wordt afgewisseld met groepsmomenten aan delen van de groep. Leerkrachten geven dus ook les aan de hele groep. De kinderen verwerken de leerstof vervolgens wel op hun eigen niveau en in hun eigen tempo.
- Is montessorionderwijs geschikt voor elk kind?
-
Elk kind kan montessorionderwijs volgen, behalve als de opvattingen over opvoeden van ouders afwijken van de principes van montessorionderwijs. Stillere kinderen leren in een groep goed voor zichzelf op te komen en hun mening te uiten. Drukkere kinderen leren met hun energie om te gaan, omdat het montessorionderwijs tegemoetkomt aan de beweeglijkheid van de kinderen. En omdat het onderwijs en het leermateriaal zeer gestructureerd zijn, leren de kinderen omgaan met orde en regelmaat. Daardoor vinden ze rust en bouwen ze zelfvertrouwen op.
- Als kinderen ‘vrij’ mogen werken, wordt het dan geen ongestructureerd rommeltje?
-
Het montessorimateriaal is zo ontworpen dat het één begrip op zeer gestructureerde wijze uitlegt. Niets in het montessorionderwijs gebeurt zomaar of toevallig; alles heeft zijn plaats en zijn reden. Leerkrachten leren de kinderen plannen. Als je weet wat je wilt gaan doen en hoe dat moet, ontstaat er een structurele rustige manier van werken en leren.
- Waarom zijn er meerdere leeftijdsgroepen in één klas?
-
Tijdens de schoolperiode is een kind een paar keer jongste en oudste in de groep (bij een groter leerlingenaantal ook een keer de middelste in de groep). Zo kunnen kinderen van elkaar leren, kunnen ze elkaar helpen en het besef krijgen dat zij verantwoordelijk zijn voor elkaar.