Symen van der Zee, lector Vernieuwend Onderwijs
Waarom zou kindgericht onderwijs het probleem zijn als het niet wordt gepraktiseerd? En is het EDI-achtige evidence based informed werken wel de oplossing? De praktijk als wetenschap is volgens Symen van der Zee, lector Vernieuwend Onderwijs aan Hogeschool Saxion, dus behoorlijk wat complexer dan de PIRLS prietpraat van
deskundigen doet voorkomen.
De nieuwe PIRLS schetst een zorgwekkend beeld van het Nederlandse onderwijs (www.vosabb.nl/wp-content/uploads/2023/05/PIRLS-2021.pdf). Meteen na verschijning ervan buitelden de experts over elkaar om de neerwaartse trend te duiden. De belangrijkste reden die werd aangedragen, is dat kindgericht, kindvolgend onderwijs de boventoon voert in het onderwijs en niet werkt. De voorgestelde oplossing daarvoor is inmiddels welbekend: evidence informed werken.
Deze retoriek is standaard geworden. Is er iets mis in het onderwijs, dan ligt het aan de kindgerichte didactiek en is de oplossing evidence informed werken. Maar waar is de evidentie dat het gros van de scholen kindvolgend onderwijs biedt? Die is er volgens mij niet. Historisch onderzoek laat ook zien dat zulk onderwijs vrijwel niet wordt gepraktiseerd (zie bijv. Tyack & Cuban, 1995). Vernieuwingen zijn gematigd of worden na verloop van tijd gematigd, omdat dat beter werkt (zie bijv https://onderwijsdatabank.s3.amazonaws.com/downloads/dalton.pdf). En dat gematigd vernieuwend onderwijs werkt, weten we. Neem bijvoorbeeld deze nieuwe meta-analyse naar Montessorionderwijs. Zowel op cognitief vlak als sociaal vlak zijn de effecten van het onderwijs groot (www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0361476X2300036X). En andere meta-studies laten eveneens zien dat doordacht, gematigd vernieuwend onderwijs werkt. Samenwerkend leren werkt (www.saxion.nl/binaries/content/assets/onderzoek/meer-onderzoek/vernieuwingsonderwijs/de-effectiviteit-van-daltononderwijs.pdf), begeleid spelend leren werkt (srcd.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/cdev.13730), begeleid onderzoekend leren werkt (https://psycnet.apa.org/record/2010-23599-001), productief falen werkt (journals.sagepub.com/doi/full/10.3102/00346543211019105), enzovoorts.
Dus aan het vernieuwend onderwijs hoeft het niet te liggen. Gematigde varianten zijn effectief blijkens onderzoek en extreme vormen komen nagenoeg niet voor. De laatste jaren is het juist vooral evidence informed onderwijs wat de klok slaat in het onderwijs. Met name de cursussen op het gebied van het Effectieve Directe Instructiemodel (EDI) worden massaal ingekocht door scholen en scholen moesten voor het corona-herstel ook kiezen uit een evidence based menukaart. Ondanks dat evidence informed werken en specifiek EDI al tijden hoogtij viert in het onderwijs, lijkt het tij niet te keren en zet de dalende trend door.
Dit leidt tot twee vragen. Waarom zou kindgericht onderwijs het probleem zijn, als het niet wordt gepraktiseerd en gematigde varianten effectief zijn? En is het EDI-achtige evidence based informed werken wel de oplossing? Het kan bijvoorbeeld zijn dat evidence informed werken bij-effecten heeft. Misschien leidt het tot minder kritisch kijken naar de eigen praktijk. Als experts alsmaar zeggen dat EDI extreem effectief is en eigenlijk de enige aanpak is die werkt, dan denk je wellicht minder na over je lessen en volg je gewoon de stapjes en technieken uit het EDI handboek. Het zou kunnen. Of misschien wordt het ‘wat-werkt’-werken niet effectief aangeleerd door de experts en adviseurs, waardoor de evidence informed aanpakken suboptimaal worden geïmplementeerd en niet goed werken. Ook dat zou kunnen. Of wellicht wordt EDI blind altijd voor alles en iedereen ingezet, terwijl didactiek natuurlijk een kwestie van ‘horses for courses’ is. De ene aanpak werkt beter voor het één en de ene en de ander beter voor het ander en de andere. Ook dat zou kunnen.
Het is dus allemaal zo simpel niet. En om het nog complexer te maken, er zijn ook andere statistieken dan die van de PIRLS. En die schetsen een ander beeld. Zo toont de Staat van het Onderwijs van 2023 dat bijna 100% het streefniveau 1F beheerst, terwijl dit in 2022 nog 88% was. En voor referentieniveau 2F geldt dat het nu door 73% wordt beheerst, terwijl dit in 2022 nog slechts 50% was. Er zijn dus successen geboekt! Moeten we die niet juist vieren in plaats van te klagen over de vermeende toepassing van kindgerichte didactiek op basis van PIRLS? En zijn we het dan beter gaan doen door de kindgerichte didactiek die de boventoon zou voeren volgens de deskundigen? Of is dit succes volgens diezelfde deskundigen dan juist wel weer toe te schrijven aan het evidence informed werken met behulp van EDI?
De praktijk als wetenschap is volgens mij dus behoorlijk wat complexer dan de PIRLS prietpraat van deskundigen doet voorkomen. Voor echte oplossingen is inzicht in die complexiteit vereist. Polariserend preken voor eigen parochie scoort op social media, maar werkt niet in en voor de praktijk.
Literatuur
Tyack, D. & Cuban, L. (1995). Tinkering toward utopia: A century of public school reform. Harvard University Press.