
Symen van der Zee, lector Vernieuwend Onderwijs Saxion
Nog altijd leren we meer over de impact van de COVID-19 pandemie op jongeren. Een recente studie werpt bijvoorbeeld een verontrustend licht op de effecten van de lockdowns op de sociale cognitie van peuters en kleuters.
Sociale cognitie verwijst naar het vermogen om de gedachten, gevoelens en intenties van anderen te begrijpen. Cruciaal onderdeel hiervan is het besef dat anderen overtuigingen kunnen hebben die onjuist zijn, ook wel ‘false-belief understanding’ genoemd. Dit vermogen ontwikkelt zich tussen 3,5 en 5,5 jaar en speelt een sleutelrol in interacties, samenwerking en leren.
Scott en collega’s (2024) vergeleken in hun studie twee groepen kinderen: één getest vóór de pandemie en één getest daarna. De resultaten waren duidelijk: kinderen die na de pandemie werden getest, scoorden beduidend slechter op tests die hun false-belief understanding meten (zie bijvoorbeeld hier). En erger: dit effect was het sterkst bij kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status.
De verklaring hiervoor is dat het aantal en de kwaliteit van sociale interacties drastisch verminderde door de pandemie. Minder contact met leeftijdsgenootjes en minder rijke gesprekken met volwassenen, zouden de ontwikkeling van sociale cognitie kunnen hebben vertraagd. Daarnaast nam het schermgebruik toe, wat mogelijk waardevolle sociale leerervaringen verving (zie bijvoorbeeld hier).
Hoewel de pandemie voorbij is, zijn de effecten ervan dus nog volop voelbaar. Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak om jonge kinderen te ondersteunen in hun sociale ontwikkeling en het belang van een rijke context hiervoor. Met name voor kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status. Gelukkig is dit precies wat goed montessorionderwijs het jonge kind biedt.